
Laat OMA thuis!
Je maakt al snel een aanname – ik ook
Het overkomt me vaker dan ik zou willen toegeven: ik vorm razendsnel een mening. Over een klant. Een collega. Of zelfs iemand op LinkedIn die ik nog nooit gesproken heb. En eerlijk? Soms blijkt het totaal niet te kloppen.
We doen het allemaal. Aannames maken. Op basis van een blik, een functietitel, een accent of zelfs... een profielfoto. Ons brein zoekt naar houvast en vult graag de lege plekken in. Efficiënt? Misschien. Maar ook behoorlijk onbetrouwbaar.
In deze blog neem ik je mee in de wereld van de aannames. Waarom we ze maken. Wat ze met onze communicatie doen. En vooral: hoe we dat patroon kunnen doorbreken.
Wat is een aanname eigenlijk?
Een aanname is een veronderstelling die je doet zonder dat je echt weet of het klopt. Het is iets wat je invult voor een ander – vaak onbewust. Bijvoorbeeld:
- “Zij is vast niet geïnteresseerd.”
- “Hij zal het wel druk hebben.”
- “Dat project is niks voor haar.”
We zeggen het niet altijd hardop, maar denken het wél. En die gedachten sturen onze acties. Of erger: onze interacties.
De filters in je hoofd
Ons brein is een razendsnelle informatieverwerker. Dat is handig, want we worden dagelijks overspoeld met indrukken. Om dat aan te kunnen, gebruikt je brein ‘cognitieve shortcuts’ – denk aan vooroordelen, labels en stereotypering. Alles om sneller te kunnen reageren.
Maar die shortcuts zorgen ook voor problemen:
- We beoordelen mensen op halve informatie
- We horen vooral wat we willen horen
- We zien wat we verwachten te zien
En daar zit meteen het gevaar: je mist de realiteit.
Aannames zeggen vaak meer over jezelf
Laat dat maar even binnenkomen.
Als ik denk dat iemand afstandelijk is, kan het ook zijn dat ík me ongemakkelijk voel. Als ik denk dat een collega niet meedenkt, heb ik hem dan wel uitgenodigd om iets te delen?
Onze aannames spiegelen vaak onze eigen onzekerheden, overtuigingen of eerdere ervaringen. Ze houden ons soms veilig, maar ook klein.
De impact van aannames op werk en relaties
Aannames lijken onschuldig, maar kunnen grote gevolgen hebben. In het contact met klanten, collega’s of sollicitanten kunnen ze leiden tot:
- Misverstanden
- Onuitgesproken verwachtingen
- Onterecht oordeel
- Gemiste kansen
Bijvoorbeeld: een stille collega krijgt geen kans in een brainstorm. Of je stelt een vraag niet aan een klant, omdat je denkt dat die toch geen interesse heeft. Pijnlijk zonde.
Herken je deze?
Hier een paar veelvoorkomende aannames die ik in mijn omgeving (en mezelf!) tegenkom:
- “Zij heeft altijd alles onder controle.”
- “Die jonge collega snapt niks van structuur.”
- “Hij zal wel geen feedback willen.”
- “Ze heeft vast geen tijd.”
- “Dat is niks voor hem.”
Zonder dat we het doorhebben, bepalen dit soort gedachten ons gedrag. En belemmeren ze verbinding.
Zes geheugensteuntjes die ik echt probeer toe te passen
Ik moet mezelf eraan blijven herinneren: ik weet het niet. Niet echt. En daarom ben ik blij met deze zes ezelsbruggetjes die me helpen om opener en eerlijker te communiceren:
- Laat OMA thuis
OMA staat voor Opinies, Meningen en Adviezen. Zeker als ze niet gevraagd zijn. Soms is het krachtiger om gewoon te luisteren.
- Wees een OEN
Blijf Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Als ik iets niet snap, vraag ik door. Liever dat dan onterecht iets aannemen.
- Smeer NIVEA
Niet Invullen Voor Een Ander. Ook al denk ik precies te weten wat iemand bedoelt. Juist dan moet ik even op de rem.
- Denk aan ANNA
Alles Navragen, Niets Aannemen. Vooral in gesprekken waar onduidelijkheid dreigt. Dit voorkomt zoveel misverstanden.
- Doe DIK
Denk In Kwaliteiten. In plaats van te focussen op wat iemand niet kan, kijk ik naar wat wél werkt.
- Gebruik LSD
Niet dat spul. Ik bedoel: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Kost tijd, maar levert diepe gesprekken op.
Communicatie is niet vanzelfsprekend
We zijn gewend om snel te oordelen. Maar échte verbinding vraagt om vertraging. Om aandacht. Om lef ook – want vragen stellen maakt je soms kwetsbaar.
Maar het resultaat? Meer begrip, minder ruis. Meer vertrouwen, minder gedoe.
Wat als we allemaal iets minder zeker waren van ons gelijk?
Stel je voor: je loopt niet langer door de gangen met het idee dat je alles al weet. In plaats daarvan vraag je: “Hoe zie jij dat?” of “Wat heb je nodig?”
Je merkt dat die stille collega barst van de ideeën. Of dat de zelfverzekerde spreker eigenlijk al weken piekert. Door te vragen ontdek je het échte verhaal.
Mijn uitnodiging aan jou
Sta deze week eens stil bij je aannames. Hoor je jezelf iets denken over iemand? Zet er dan een vraagteken achter in plaats van een punt.
We hoeven niet alles te weten. Maar we kunnen wel leren beter te luisteren. Beter te kijken. En vaker te checken in plaats van in te vullen.
Zo maken we van oppervlakkig contact, échte verbinding.
Reactie plaatsen
Reacties